Fondsen Jean-Louis Schoellkopf

De Franse fotograaf Jean-Louis Schoellkopf (geboren in 1946) heeft blijk gegeven van een groot vertrouwen in het Instituut voor de Fotografie door al zijn negatieven, ektachromes en contactvellen in bewaring te geven, d.w.z. meer dan 11.000 fototypes, die samen ongeveer 30.000 beelden vertegenwoordigen. De studie van dit corpus en de uitwisselingen met de fotograaf over zijn fotografische praktijk zullen een nieuwe dialectische relatie inluiden, een methode die hem na aan het hart ligt.

Sinds het einde van de jaren ‘60 gebruikt Jean-Louis Schoellkopf fotografie als een instrument voor onderzoek en sociale kritiek om hedendaagse stedelijke ontwikkelingen in vraag te stellen. Zijn documentaire aanpak laat met name de gevolgen zien van het einde van het industriële tijdperk voor deze stadslandschappen, in Frankrijk en daarbuiten – Saint-Etienne, Genua, Rotterdam, Stuttgart, Barcelona, de 11e en 19e arrondissementen van Parijs, de agglomeratie Lille-Roubaix-Tourcoing – waarbij rekening wordt gehouden met hun geschiedenis, geografie en sociologie. Hij schetst een portret van de bewoners van diezelfde plekken volgens een vastgesteld protocol, dat gemeenschappelijke en bijzondere configuraties oplevert.

Hij heeft verscheidene solotentoonstellingen gehad in verschillende musea en instellingen in Frankrijk en in het buitenland. Zijn werk is vertegenwoordigd in Franse openbare collecties zoals het CNAP, het FRAC Rhône-Alpes en Haute-Normandie, het Musée d’art moderne de la ville de Paris, het Musée d’art contemporain de Strasbourg, de Caisse des dépôts et consignations.

Het werk van Jean-Louis Schoellkopf is reeds erkend in de regio Hauts-de-France. Zes prenten uit zijn reeks Liévin, les cimetières militaires die hij op het grondgebied maakte, worden bewaard in het FRAC Grand Large in Duinkerke en het CRP/ Centre régional de la photographie in Douchy-les-Mines wijdde in 2011 een tentoonstelling aan hem.

Biografie

Jean-Louis Schoellkopf is in 1946 geboren in Colmar en begon eind jaren ‘60 in Canada te fotograferen. Terwijl hij als laborant werkte, maakte hij zijn eerste beelden en begon hij zijn ervaring als fotograaf: portretten van arbeiders in de fabrieken, vergezichten van Montreal, portretten van musici.

In 1974, bij zijn terugkeer in Frankrijk, vestigde hij zich in Saint-Etienne waar nog een aanzienlijke industriële activiteit heerste. Na enkele samenwerkingen met de pers gaf hij het idee van de reportage op en koos hij voor de portretkunst, die hij op de schaal van de stad heeft ontwikkeld.

Jean-Louis Schoellkopf was geïnteresseerd in de mutaties van de stad, de arbeiderscultuur en het werk in de mijnen. Hij infiltreerde in fabrieken om de arbeiders te fotograferen. Het beeld werd een onderwerp van uitwisseling om een dialoog met de arbeiders uit te lokken en hen bewust te maken van hun arbeidsomstandigheden. Hij overtrad vaak de regels, omdat hij zich niet bij een groep wil aansluiten, noch in politieke, noch in fotografische zin.

Aan het einde van de jaren ‘70 opende zijn functie als opvoeder in een instelling voor de integratie van gehandicapten de deur om portretten in verschillende instellingen te maken. Dit gaf aanleiding tot verschillende reeksen, waaronder die van Joubert (1986).

In 1986 kocht de FRAC Rhône-Alpes foto’s uit deze reeks en deze van de
Mineurs. \\ kreeg een beurs van dezelfde instelling om zijn werk in Saint-Etienne voort te zetten.

In 1987-1988 vroeg de School voor Architectuur van Saint-Etienne hem om aanzichten van gevels van gebouwen te maken. Hij bespeelde het evenwicht tussen de voorstelling van de woonomstandigheden en de bewoners. In zijn werk vormden de portretten van interieurs een rode draad die de leefwijzen in Frankrijk en daarbuiten in kaart brengen.
Na de tentoonstelling van zijn foto’s in het Maison de la Culture in Saint-Etienne in 1991 werkte hij enkele jaren samen met de krant Libération.

Vanaf het begin van de jaren ‘90 volgden de tentoonstellingen elkaar op. Hij nam in 1997 deel aan de Documenta, een vijfjaarlijkse tentoonstelling van hedendaagse kunst in Kassel. Hij zette zijn reeks portretten van de arbeidersklasse voort in de jaren 2000.

Jean-Louis Schoellkopf nam zo deel aan het “documenteren” van de gebieden. Industriële gebieden, in een staat van de-industrialisatie of, integendeel, van rehabilitatie. Hij is geïnteresseerd in mensen, hun activiteiten, hun verhalen, waarbij hij de voorkeur geeft aan een lange tijdsspanne die een vertrouwensrelatie met de gefotografeerde schept.