Fondsen Bettina Rheims

De Franse fotografe Bettina Rheims (geboren in 1952) heeft aan het Instituut voor de Fotografie haar archieven toevertrouwd die een belangrijk oeuvre vormen dat representatief is voor de fotografische creatie sinds de jaren ‘80.

Met meer dan 300.000 fototypes is het fonds van Bettina Rheims goed vertegenwoordigd. Het omvat al haar afdrukken en negatieven, contactvellen, polaroids, technische fiches, handgeschreven notities… De schenking van haar papieren archief vergezelt de beelden en laat toe de activiteiten en projecten van de fotografe te documenteren. Haar bibliotheek en publicaties in verband met de werken maken eveneens deel uit van het fonds. Deze schenking luidt een nauwe samenwerking in tussen het Instituut voor Fotografie en Bettina Rheims die haar ervaring wenst te delen en actief wenst deel te nemen aan het activiteitenprogramma van het Instituut.

Ze is een internationaal vermaard fotografe en staat bekend om haar uitgebreide ensceneringen die haar gevoel voor perfectie en haar belangstelling voor narratief en wanorde onthullen. Al tientallen jaren rijgt ze de opdrachten aaneen: mode- en reclamecampagnes, portretten van beroemdheden (Charlotte Rampling, Catherine Deneuve, Madonna, Monica Bellucci…), en werkt zij samen met internationale tijdschriften. Tegelijkertijd ontwikkelde zij een persoonlijk oeuvre dat de hedendaagse maatschappij in vraag stelt.

Haar reeksen zijn het resultaat van goed doordachte projecten, met soms een zeer grote productie. Bettina Rheims fotografeert vooral binnenshuis, meer bepaald in haar studio, waar een veelheid van beroepen rond de fotoshoot samenkomen. Het is daar dat zij ongewone verhalen verzint, haar prenten valideert en haar projecten opbouwt. Het fotoboek is een belangrijk onderdeel van het werk van Bettina Reims want het is de uiteindelijke weergave van elke reeks die een echt werk van vertellen en opmaken vormt.

Het werk van Bettina Rheims bevindt zich in talrijke openbare collecties in Frankrijk en in het buitenland. Haar werk is tentoongesteld in prestigieuze musea voor hedendaagse kunst. Haar retrospectieve in het Maison Européenne de la Photographie in Parijs verwelkomde meer dan 60.000 bezoekers.

Biografie

Bettina Rheims (geboren in 1952 in Neuilly-sur-Seine) was al op zeer jonge leeftijd gepassioneerd door fotografie en leerde in haar tienerjaren in de donkere kamer afdrukken. Daarna volgde ze een opleiding bij fotografen zoals de verslaggever Walter Carone. Ze begon haar carrière als beroepsfotograaf in 1978 op 26-jarige leeftijd, na gewerkt te hebben als model en journaliste.

Ze maakte haar eerste portretten van persoonlijkheden en haar eerste mode- en reclame-opdrachten. In 1980 volgde ze kermisstrippers in Pigalle en acrobaten. Deze reeksen waren het onderwerp van twee solotentoonstellingen in 1981 in het Centre Pompidou en de Texbraun Gallery in Parijs. In 1982 begon zij aan haar reeks Animal, zwart-wit portretten van opgezette dieren uit de winkel Deyrolle in Parijs.

Parallel met haar opdrachten voor tijdschriften, filmaffiches en platenhoezen ontwikkelde ze haar persoonlijk werk. Ze stelde vrouwelijkheid, gender en identiteit ter discussie met de reeksen Female Trouble (1989), Kim (1990) en Modem Lovers (1990). In deze periode werkte zij ook samen met de romanschrijver Serge Bramly voor Chambre Close (1990-1992), de eerste grote kleurenserie in het werk van Bettina Rheims. Dit gezamenlijke werk werd voortgezet voor /./V./t.È (1998) en Rose, c’est Paris (2010) waarmee de fotografe internationale faam verwierf. Narratie speelt een belangrijke rol en maakt integraal deel uit van haar werk, waarbij ze de kijker onderdompelt in een wereld en hem tegelijkertijd in staat stelt zijn eigen interpretatie te creëren.

In een heel ander register maakte zij het presidentiële portret van Jacques Chirac (1995). Ze ontving in 2007 het Légion d’honneur van hem.

In de jaren 2000 pakte Bettina Rheims de kwestie van gender, de rode draad in veel van haar werk, opnieuw aan met de androgyne lichamen van Gender Studies (2011). Deze periode werd ook gekenmerkt door drie reizen naar Shanghai met Serge Bramly, waar ze vrouwen portretteerde die verscheurd werden tussen een veranderende maatschappij en de traditionele cultuur van het land (reeks Shanghai, 2003).

In de loop van de jaren 2010 ontdekte ze, aangemoedigd door Robert Badinter, de omstandigheden van de vrouwengevangenis in Frankrijk en maakte de reeks Détenues (2014) bestaande uit vijftig portretten van vrouwen in de gevangenis. Recenter verkende ze de kwestie van het vrouwenlichaam als politiek instrument en vereeuwigde ze de Femen met de reeks Naked W ‘or (2017). In 2021, met de schenking van haar fonds aan het Instituut voor Fotografie, verliet ze haar studio in Parijs waar zij bijna veertig jaar lang heeft gewerkt. Om een spoor van deze unieke plaats te bewaren, laat een project met een virtueel bezoek vandaag toe het atelier van de fotografe te ontdekken. (link naar VR)